Er waren 19 deelnemers van 8 verschillende ouderverenigingen. O.m. enkele directieleden en leerkrachten hadden de weg gevonden naar dit 'oudercafé'.
InleidingGeert Watteyn, de voorzitter van de VCOV - Federatie Oost-Vlaanderen, verwelkomt de aanwezigen en stelt Karin Lemmens voor. Zij is de VCOV-coördinator voor de Oost-Vlaamse federatie -bij deze- de opvolger van Nathalie Winters, cfr. het oudercafé van 27 november j.l. Karin geeft enige toelichting bij het verloop van dit oudercafé en
overloopt aan de hand van het web van de VCOV de 8 criteria voor oudervriendelijkheid
die gehanteerd worden bij de toekenning van het label 'Oudervriendelijke
School'. |
|
- Gebouw en infrastructuur, - Onthaal, - Communicatie ouders-school, - Oudercontacten, - Activiteiten voor ouders, - Ouderparticipatie, - Schoolkosten en schoolreglement, - School en omgeving. 4 hiervan zullen deze avond aan bod komen in 3 discussiegroepen. |
|
|
1. COMMUNICATIE OUDERS-SCHOOL
• De school moet verschillende kanalen blijven gebruiken voor de communicatie.
• In de lagere school is de schoolagenda een belangrijk communicatiemiddel.
• Vermits ouders soms overstelpt worden met brieven en uitnodigingen (die in het SO dikwijls in de boekentas blijven zitten), kan digitale communicatie een oplossing bieden. Digitale leerplatformen (zoals smartschool en schoolonline) kunnen daarvoor gebruikt worden. SO
van College O.-L.-V.-ten-Doorn in Eeklo zal vanaf volgend schooljaar de rapporten enkel op smartschool zetten, zodat ouders wel verplicht zijn om online te gaan. Deze school voorziet ook nascholing voor ouders over de e-communicatie via smartschool.
• Bevragingen van ouders: dit verloopt vlotter via smartschool omdat de school weinig ‘papieren versies’ van de enquêtes terugkrijgt.
• Ze moet ook tijdig communiceren, en in verstaanbare taal.
• Het is van belang dat de school een “open” communicatie voert, maw dat ze in haar communicatie niet “boven” de ouders gaat staan, maar de ouder(s) als volwaardige gesprekspartner benadert
• De beste communicatie is nog steeds het persoonlijk contact. Zeker voor persoonlijke en/of gevoelige communicatie is dat van groot belang.
Ook schoolpoortcontacten zijn belangrijk, vooral in de basisschool.
• Bij bepaalde (groepen van) ouders leeft een drempelvrees om rechtstreeks met leerkracht en zeker met directie te gaan praten, of problemen aan te kaarten. De leden van de OR en van de SR moeten bekendgemaakt worden bij alle ouders, ze kunnen in sommige gevallen fungeren als brugfiguur of “go-between” tussen deze ouders en de school.
• De maatschappelijke context is complex geworden (nieuw-samengestelde gezinnen, meer anderstalige ouders,
...), De school moet hier afdoende rekening mee houden, al geven we toe dat niet kan verwacht worden dat de school steeds alle oplossingen kan bieden op vlak van communicatie naar deze groepen ouders. Toch moeten de inspanningen gemaximaliseerd worden.
• Zeker in het geval van gescheiden ouders moet de school erover waken beide ouders gelijk te behandelen, en de dubbele briefwisseling consequent en aangehouden te blijven voeren.
• Voor anderstalige ouders kan de aanspreekbaarheid verhoogd worden door brugfiguren (leerkrachten of vrijwillige ouders). De anderstalige ouders zelf moeten ook voldoende inspanningen leveren om een constructieve en participatieve houding aan te nemen naar de school en de leefwereld van hun kind.
Over het vertalen van brieven kan discussie ontstaan.
Toch is het zinvol om brugfiguren of anderstalige leerkrachten te gebruiken om boodschappen over te brengen als de anderstalige ouders echt te weinig Nederlands verstaan.
• Bij groepen met een “andere schoolcultuur”, en dus lage betrokkenheid, kunnen huisbezoeken en/of spreekuren op bepaalde tijdstippen georganiseerd worden. We zijn ons bewust van de inspanningen die dit met zich meebrengt voor de verschillende actoren binnen de school, maar de maatschappelijke realiteit vereist dit nu eenmaal.
• Infoavonden voor ouders: hiermee bereikt men slechts een klein deel van de ouders.
• Nieuwe media tenslotte bieden heel wat mogelijkheden, maar houden ook potentiële gevaren in, en kunnen problemen met zich meebrengen wanneer bv ontevreden ouders deze gaan misbruiken om het imago van de school te
schaden. Ook hier nieuwe uitdagingen, die een adequate communicatie en nieuwe oplossingen zullen vragen.
2. OUDERCONTACTEN
• Oudercontacten zijn heel belangrijk, zowel voor ouders, kinderen als voor de leerkracht.
• Belangrijk om te bespreken op het oudercontact: ‘hoe functioneert mijn kind?’ ipv enkel over het rapport te praten.
• Minstens 2 individuele oudercontacten per jaar is wenselijk.
• Uren van het oudercontact zijn niet altijd oudervriendelijk: soms te vroeg. Oudercontacten van 16u tot 20u zijn wel oudervriendelijk
• Een drankje of hapje aanbieden terwijl ouders moeten wachten op hun beurt. Dit zorgt voor ontmoetingsmomenten. De kinderen kunnen bijvoorbeeld een hapje maken voor hun ouders.
• Een extra stimulans voor ouders om naar de info- en contactavonden te komen, is als er werkjes of resultaten van hun eigen kinderen kunnen zien, dan voelen ze zich betrokken.
• In SO van College O.-L.-V.-ten-Doorn in Eeklo heeft men de oudercontacten voor ASO, TSO en BSO op 1 avond georganiseerd. Ouders die kinderen in verschillende vestigingen hebben, werden met busjes rondgebracht. Dit werd erg geapprecieerd door de ouders.
• In BSO/TSO moet je drempelverlagend werken om de ouders naar de school te krijgen. Bijvoorbeeld: de kinderen gaan onder de middag hun ouders thuis ophalen om ’s namiddags mee les te volgen (open-klas-namiddag)
3. OUDERPARTICIPATIE
• Formele ouderparticipatie zoals voorzien via de organen van het participatiedecreet (OR en SR) garandeert nog niet de ouderbetrokkenheid. Om tot participatie te komen moet je eerst de ouders weten te bereiken, en ze weten te betrekken bij de school en het schoolgebeuren. Pas dan zal je een aantal ouders kunnen bewegen om te participeren, in de zin van deel uit te maken van formele participatie-organen.
• Je bereikt meer ouders via de “informele” ouderparticipatie, zoals bv. een thema-avond over buitenlandse reizen voor de leerlingen (SO), dan bv. via het verslag van de SR over de extra-murosactiviteiten..
Om ouders te bereiken moet je deze informele samenkomsten zowel naar vorm als naar inhoud aantrekkelijk maken. Enkel een briefje meegeven werkt niet (meer).
Nog voorbeelden van informele participatie: verkeersouders, kriebelouders, natuurouders, fruitouders, zwemouders, leesouders en naaiouders….
• Directies zijn vragende partij voor ouderparticipatie:
Ouders moeten mee-denken (zich identificeren met de school). Ouderparticipatie blijft te dikwijls steken in mee-doen.
• Participeren op verschillende manieren:
Heel wat ouders kunnen enthousiast gemaakt worden, komen helpen bij activiteiten, en zijn zo betrokken. Maar niet al deze ouders wensen te participeren via vergaderingen. (Vergaderingen verlopen ook niet steeds efficiënt, en duren dikwijls te lang of genereren geen concrete resultaten, wat ouders ontmoedigt als ze de “kosten-batenanalyse” maken..) Toch moet eerst de betrokkenheid tot stand komen vooraleer je ouders kan motiveren om formeel te participeren.
• Andere drempels voor formele participatie zijn:
- “we zijn niet voldoende onderlegd”,
- "we weten niet wat de( OR of) SR doet, waarvoor die dient”,
- “we zien het nut niet van deze vergaderingen”,
- “uiteindelijk is het toch de school die beslist en zo de eigen visie doordrukt”.
• De indruk leeft dus dat de oprichting van de formele participatieorganen in de scholen NIET heeft geleid tot meer en betere participatie van de ouders. Is de grote groep ouders wel gewonnen voor deze vormen van participatie (en inspraak)? Ouderbetrokkenheid daarentegen leeft wel nog, zij het dat die tot stand komt via de aloude “informele” manieren en kanalen. Toch lijkt het vandaag moeilijker te zijn om voldoende ouders te betrekken bij het schoolgebeuren dan vroeger?
4. SCHOOLGEBOUW EN INFRASTRUCTUUR
Dit is een volwaardig aspect van oudervriendelijkheid.
Vooral bij verbouwing of nieuwbouw moet op de ‘openheid naar ouders’ van de school, gelet worden.
Hier zijn grote verschillen te merken tussen scholen:
Bijvoorbeeld aan de schoolpoort: ‘Welkom, ook aan ouders!’ of een gele streep met ‘vanaf hier kunnen wij het alleen’. Leerkrachten hebben dikwijls weerstand tegen ouders in de klas of op de speelplaats.
Belangrijk is om ervoor te zorgen dat er ontmoetingsplaatsen voor ouders zijn, op plaatsen waar het niet stoort.
De tevredenheid over het oudercafé was groot en werd wel meer als vruchtbaar en inspirerend ervaren, cfr. enkele quotes uit het grote VCOV-boek van de Oost-Vlaamse Federatie:
• "We kregen veel tips en ideeën om onze school oudervriendelijk te maken!",
• "Interactie tussen directie, leerkrachten en ouders was heel interessant.",
• "De versnaperingen waren té verleidelijk.",
• "De mengeling basis en secundair in de groepjes was leerrijk!",
• "Interessant! Veel opgestoken.",
• "Nu nog verwerken en hopelijk halen we ons label!",
Suggesties voor thema’s volgende activiteiten:
• Oudercafé over de activiteiten van de oudervereniging.
• Infoavond over dyslexie, aandachtsstoornis.
WENS JE MEER INFO,
|
Verslag: de stuurgroepleden van de Oost-Vlaamse
Federatie, m.n. Geert Watteyn, Vincent Burny, Luc Bauwens en Karin Lemmens
(eindredactie).
Fotografie, samenstelling en eindredactie van deze pagina werd verzorgd door Luc
Bauwens.
Reacties? Mail hem, klik daarvoor hier.
------------------------------------
Verslag van andere info-, vormings- en ontmoetingsactiviteiten dit schooljaar:
---
Andere schooljaren:
Voor de agenda van VCOV - Federatie Oost-Vlaanderen, klik hier.
Voor de homepage van VCOV - Federatie Oost-Vlaanderen, klik hier.